maandag 12 februari 2018

Ordening
























  1. Waarom worden virussen niet tot de levende natuur gerekend?
  2. Welk rijk bevat zowel eencellige als meercellige organismen?
  3. Welk rijk bevat enkel autotrofe organismen?
  4. Welke domeinen zijn prokaryoot?
  5. Tot welk rijk behoren paddenstoelen?
  6. Welke classificatie-niveaus zijn breder (bevatten meer soorten) dan een Klasse?
  7. Wat is de definitie van een soort?
  8. Wie heeft het huidige classificatiesysteem bedacht?
  9. In welke eeuw werd het huidige classificatiesysteem bedacht?
  10. Beschrijf het classificatiesysteem van Aristoteles.
  11. Beschrijf drie eigenschappen/strategieën die bacteriën in staat stellen zich razendsnel aan te passen aan een nieuwe omgeving.
  12. Wat kun je gebruiken tegen bacterieziektes?
  13. Wat kun je doen om virusziektes te voorkomen?
  14. Waarom is het lastig virusziektes met medicijnen te behandelen?
  15. Tot welke stam van het dierenrijk behoren zee-egeltjes? Noem twee eigenschappen waaraan je dat kunt zien, waarvan 1 inwendig en 1 uitwendig.
  16. Tot welke klasse van het dierenrijk behoort de mier? Noem twee eigenschappen waaraan je dat kunt zien (mag inwendig en uitwendig zijn)
  17. De vos (Vulpes vulpes), de coyote (Canis latrans), en de hond (Canis familiaris) zijn allemaal leden van de familie Canidae. De bergleeuw (Felis concolor) is een lid van de familie Felidae. Beschrijf de relaties tussen deze dieren. Teken ook een stamboom voor deze dieren.
  18. Vroeger werden sponzen bij de planten ingedeeld. Waarom worden ze nu bij de dieren ingedeeld?
  19. Tot welke stam van het dierenrijk behoort een zee-anemoon?
  20. Tot welke stam van het dierenrijk behoort een mossel?
  21. Welke stam van het dierenrijk heeft een mantel?
  22. Waarom maken oesters parels?
  23. Waartoe dient de mantel bij tweekleppigen?
  24. Noem twee voorbeelden van koppotigen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten